Haring en Schrobbelèr
Jos, Leonie, Saskia en Wiel vertellen wat ze zoal eten en drinken tijdens carnaval.
Jos: Hier in Mheer gaan we op zondagochtend spek en ei eten met de Raad van Elf, de oudprinsen, en de mensen die iets speciaals gedaan hebben voor de carnavalsvereniging. Na de mis, want dat hoort er ook bij – carnaval is een katholiek feest, dus we beginnen met een heilige mis op zondag – gaan we spek en ei eten, want je moet een goede bodem hebben om die dagen door te komen.
Leonie: Dat is een goeie basis. En als je daarna een lekker biertje gaat drinken, of een Schrobbelèr, dan kun je een beetje beter tegen de alcohol.
Saskia: Als Hollandse heb ik daar wel aan moeten wennen, want spek en ei vind ik lekker, met zwart brood zeker, maar in Limburg doen ze er ook wel eens wat stroop onder. En die combinatie snap ik zelf nog niet zo heel goed. Ik moet zeggen: ik begin het steeds lekkerder te vinden, naarmate de jaren vorderen, maar het is niet helemaal mijn ding.
Wiel: Nou ja en dat spek en ei, daar wil ik even op inhaken. Carnaval is al heel oud, en vroeger moesten de mensen heel hard werken op het land, dus ze konden wel wat gebruiken. Spek en ei, dat gaf kracht. En wij menen nog altijd dat we dat door moeten trekken: drie dagen carnaval, dan kun je wel wat spek en ei gebruiken.
Jos: Op woensdag begint de vasten, want daar gaat het hele carnavalsfeest om. Dat zijn de drie dagen vóór de vasten, dan gaan we nog even goed uit de band springen. Daarna mogen wij geen vlees meer eten, maar wel haring. En haring is lekker zout en die neemt de alcohol op van al die dagen. Haringen zijn superbeesten. Dus gaan we op woensdag haringhappen.