Zwemmen, kunstelen en cadeaus
Tirza wordt zeven jaar en vertelt over haar verjaardagsfeest: er wordt taart gegeten en gezwommen, er worden dromenvangers gemaakt en, niet onbelangrijk, cadeaus verstopt en uitgepakt. Een van die cadeaus was een kaphoofd, dat in deze installatie prijkt.
Tirza: Ik heb al wel wat cadeautjes gekregen: slijm. En nu krijg ik nog cadeautjes. Van zes mensen. En morgen krijg ik van papa en mama cadeautjes. Nou, we gaan zwemmen, dromenvangers maken en lekker eten: taart, en we hebben net tompoucejes en soesjes gegeten én we gaan pizza eten én we gaan poffertjes eten.
Tirza, tegen haar vriendinnen: We gaan over twee minuutjes taart eten!
Vriendin van Tirza: Ga je hem ook aansteken?
Tirza: Oh joepie! Ik mag hem uitblazen!
Iedereen zingt een verjaardagsliedje. Onder luid gejuich worden de kaarsen uitgeblazen.
Tirza: Willen jullie eerst zwemmen?
Tirza’s vriendinnen, in koor: Ja!
Geluiden van Tirza en haar vriendinnen, die zich één voor één vanaf een kleine duikplank in een zwembadje storten.
Tirza: Nu gaan we dromenvangers knutselen. Ik heb al één dromenvanger, dus dan heb ik er twee. Dus dan krijg ik echt geen slechte dromen.
Tirza’s moeder: Weten jullie hoe je dit moet maken jongens, die dromenvangers?
Iedereen, in koor: Nee!
Een van Tirza’s vriendinnen: Wil iemand mij helpen?
Ik heb een heel mooi patroon.
Ik had gewoon een sterretje gemaakt. Ja, dat haken: dat duurt te lang.
Ik ben aan het eind!
Tirza: We gaan cadeautjes verstoppen! En dan moet ik ze zoeken! Ik heb er een! Van wie is die? Zijn er nog meer?
Iedereen: Ja!
Tirza: Oh nee, daar ligt niks.
Een van Tirza’s vriendinnen: Je loopt er de hele tijd aan voorbij!
Tirza: Oh! Nu zie ik hem pas.