Kom in de vorm van een golf, Engeland, circa 1882 - 1889, porselein, h. 17,8 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.
In 1862 raakt Dresser betrokken bij de organisatie van de Wereldtentoonstelling in Londen. Hij bemoeit zich met de inrichting van de stands, en ziet een overvloed aan keramiek en kunstnijverheid uit Japan. Dit inspireert hem tot het maken van verschillende ontwerpen waarin duidelijk een Japanse invloed terug te vinden is. In 1878 besluit hij een grote reis naar Japan te maken. Hij bezoekt pottenbakkerijen en andere werkplaatsen en maakt daar een studie van. Dit vormt de basis voor zijn boek Japan, its Architecture, Art and Art Manufactures dat in 1882 verschijnt en een groot succes wordt.
In 1879 wordt Dresser Art Director bij de net opgerichte aardewerkfabriek Linthorpe in Middlesborough. Hier maakt hij het ontwerp voor deze kom, die later bekend wordt als de Wave Bowl. De kom wordt door de fabriek in productie genomen, ook nog na het vertrek van Dresser enkele jaren later. De vorm van is gebaseerd op een Japanse houtsnedeprent van Katsushika Hokusai: Kanagawa Oki Nami Ura (De grote golf van Kanagawa). Deze afbeelding genoot eind negentiende eeuw een toenemende bekendheid in het Westen. Ook Dresser zal onder de indruk zijn geweest van de krachtige golf van Hokusai.
De Wave Bowl is binnen het keramische oeuvre van Dresser een topstuk. Wat het uniek maakt, is dat Dresser niet simpelweg de Japanse stijl kopieerde, maar er zijn eigen handtekening aan gaf. De golf van Hokusai combineerde hij met godrons (langwerpige lussen), cirkels en een azuurblauw glazuur van buiten en mosterdgeel van binnen. Na Dresser volgden nog vele kunstenaars die geïnspireerd raakten door het Verre Oosten en andere exotische oorden.
Japan
In 1542 ontdekt de Portugees Fernão Mendes Pinto als eerste westerling het eilandrijk Japan. Er ontstaat al snel handelsverkeer. Dat Portugese missionarissen vervolgens het christelijk geloof willen verspreiden onder de Japanse bevolking, wordt minder gewaardeerd. Japan besluit de toegang tot het land te beperken. Alleen de havenplaats Nagasaki wordt nog opengesteld voor buitenlanders. Na de Portugezen komen begin zeventiende eeuw de Nederlanders die kant op. Zij richten zich puur op de handel en bemoeien zich niet met andere zaken. Dit bevalt de Japanners wel. Ze besluiten het kunstmatige eiland Deshima voor de kust van Nagasaki alleen aan Nederland toe te wijzen, andere landen worden voortaan geweerd. Het eilandje is via een brug aan het Japanse vasteland verbonden, maar dat mogen de Nederlanders niet betreden. Nederland blijft ruim tweehonderd jaar lang het enige westerse land dat handel drijft met Japan. In de negentiende eeuw vestigen de Amerikanen zich definitief op het wereldtoneel. Ze vertrekken richting Japan met als doel het gesloten land open te stellen voor de handel. Dat lukt. Op 31 maart 1854 wordt een verdrag bekrachtigd waarmee Amerika als eerste land direct toegang krijgt tot enkele Japanse havenplaatsen op het vasteland. Al snel volgen andere landen, waaronder Groot-Brittannië en Nederland. Als de deuren eenmaal geopend zijn, groeit in het Westen de interesse voor de Japanse kunst en cultuur snel.
Karin Gaillard, conservator Europese keramiek, en Eline van den Berg, conservator Aziatische keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof.