Topstukken

Topstukken

Tête, Karel Appel

Schilderen in klei

Wie op internet zoekt naar ‘Karel Appel en keramiek’ komt opvallend veel afbeeldingen tegen van zijn werk Tête (’Hoofd’) uit 1978. Veel bezoekers van het Princessehof die dit beeld in de zaal met moderne keramiek hebben gezien, blijken het zo aantrekkelijk te vinden dat ze er foto’s van maken en deze het wereldwijde web insturen. Dat is ook niet zo verwonderlijk. Met zijn felle en expressieve kleuren trekt Tête alle aandacht naar zich toe. Bovendien herken je er meteen de hand van de meester in: het is duidelijk een Karel Appel. Dat het niet om een schilderij maar om een beeld van geglazuurd aardewerk gaat, maakt het extra bijzonder.

Karel Appel, Tête, 1978, aardewerk, uitgevoerd bij Struktuur 68, Den Haag, h. 56,6 cm
Karel Appel, Tête, 1978, aardewerk, uitgevoerd bij Struktuur 68, Den Haag, h. 56,6 cm

Karel Appel, Tête, 1978, aardewerk, uitgevoerd bij Struktuur 68, Den Haag, h. 56,6 cm
Klik op de afbeelding om het volledige werk te zien.

Hoe kwam een schilder als Karel Appel (1921-2006), die zo verslingerd was aan verf en linnen, in de wereld van keramiek terecht? Voor het antwoord hoeven we niet diep te graven. Beroemde kunstenaars die Appel bewonderde dienden hem immers tot voorbeeld. Zo hielden Pablo Picasso en Joan Miró zich al sinds het midden van de jaren veertig van de twintigste eeuw intensief bezig met het werken in klei. Ze beschilderden talloze borden en schotels, maar modelleerden ook vazen en beelden. Bevriende keramisten die hun atelier, vakkennis en vaardigheden aan hen beschikbaar stelden, waren voor de uitvoering van al deze werken onmisbaar. Ook Karel Appel was voor zijn keramiek afhankelijk van specialistische ateliers. In het najaar van 1948 – kort voor de oprichting van Cobra – experimenteerden hij en zijn kompanen Rooskens, Corneille en Constant voor het eerst bij de aardewerkfabriek Russel-Tiglia in het Limburgse Tegelen. Later werkte Appel  samen met De Porceleyne Fles in Delft. Maar vanaf 1968 liet hij zijn keramiek alleen nog uitvoeren bij atelier Struktuur 68 in Den Haag. Dit atelier slaagde er namelijk in glazuren te ontwikkelen in de karakteristieke Cobrakleuren. Op die manier ontstonden er kleurrijke beelden als een soort driedimensionale schilderijen. Appel werkte graag in klei, hij vond het een fantastisch materiaal: ‘Keramiek is eeuwig, bestand tegen kou en hitte, regen, weer en wind.’ Hij had zelfs plannen voor een eigen museum waarvan het gebouw geheel uit keramiek zou bestaan. Het is er nooit gekomen, maar gelukkig kunnen we genieten van de vele vrolijke beelden die hij ons achterliet. Heeft u een sombere bui? Kom langs in het Princessehof en Tête maakt u weer blij!

Struktuur 68

Bij Struktuur 68 in Den Haag kunnen kunstenaars met klei experimenteren en grote werken in keramiek (laten) uitvoeren. Sinds de oprichting in 1968 door Henk Trumpie en Jacques van Gaalen hebben al meer dan tweehonderd kunstenaars uit binnen- en buitenland met dit atelier samengewerkt. Zij maken er werk waarin beeldhouwkunst en schilderkunst samenkomen: kleurrijke beelden van keramiek die vooral in de openbare ruimte een plek vinden. Behalve een productieplaats is het atelier van Struktuur 68 ook een ontmoetingsplek voor kunstenaars, waar het bruist van creativiteit, nieuwe ideeën worden geboren en vriendschappen worden gesloten.

 

Karin Gaillard, conservator Europese keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof

© Keramiekmuseum Princessehof - alle rechten voorbehouden disclaimer