Bouke de Vries
Scherven
Een pauw toont fier zijn uitwaaierende staart, opgebouwd uit scherven van borden. Gezeten op een sokkel van gras en bloemen lijkt hij groter dan hij zelf is. Het groen van de sokkel, vol structuur, en het glanzende blauw van zijn lijf en hals vormen massieve volumes tegenover de contrastrijke lichtheid van de gedecoreerde borden in zijn staart.
Enerzijds imperfectie, anderzijds schoonheid en waarde. Die tegenstrijdigheid is de kern van het keramische werk van Bouke de Vries (1960). Via zijn opleiding als vormgever, aan de Design Academy Eindhoven en Dean St Martin’s in Londen, werkt hij voor modeontwerpers als John Galliano, Stephen Jones en Zanra Rhodes. In Londen volgt hij een opleiding conservering en restauratie aan West Dean College. Als restaurator wordt hij geraakt door de schoonheid van de imperfectie, zoals bij de Venus van Milo (terwijl een Meissen-figuur zonder vingertopje als nagenoeg waardeloos wordt beschouwd). Keramiek die niet meer te restaureren is, van huis-, tuin- en keukenservies tot mingvazen, zet hij zonder onderscheid opnieuw in. Hij maakt daarbij volop gebruik van zijn kennis, techniek en ervaring als restaurator.
Dit werk is geen reconstructie van de oorspronkelijke borden van Chinees porselein. In plaats van de sporen van vernietiging te verhullen, benadrukt Bouke de Vries juist de nieuwe status van vernietiging. Breuklijnen zijn duidelijk zichtbaar, stukken zijn uitgezocht op de inzetbaarheid van hun schade. De pauw op de sokkel is een bewuste nieuwe toevoeging, die de trots van de vernietiging verbeeldt, zoals een oorlogsheld zijn littekens draagt. Net als zijn voorgaande werk, Phoenix, draagt deze vogel zelfbewust de geschiedenis van keramiek uit en het nieuwe leven dat de scherven in het werk verkrijgen. Door de verbeelding als pauw worden de beschadigde borden opgetild van praktisch waardeloos tot een onsterfelijk tableau van trots.