Babs Haenen

Een barok tafelstuk

Een in elkaar gedrukt volume van blauw-wit porselein is het toneel van een expressief schaduwspel. Op het gladde porselein lijkt de schaduw van de vormen de strijd aan te gaan met het blauwe pigment in de klei. Het blauw is in verschillende gedaantes en schakeringen aanwezig: als verzadigde vlakken, als verdund mengsel en als een fijne lijn op de glooiing van de vorm. Waar het witte porselein ongekleurd blijft, straalt het des te sterker zijn satijnglans uit. Het volume zelf herbergt een diepe kloof, waardoor het uit twee delen lijkt te bestaan, alsof een eeuwenoude waterval een rol heeft gespeeld. Doorwrochte vormen, verticale en horizontale plooien vormen een uitgesproken reliëf.

Het is duidelijk dat dit werk van Babs Haenen (1948) rijke beelden oproept. Op het eerste gezicht verwonderlijk, want dit is een abstract en geen figuratief werk. Zelfs de kleur is geen versiering van de vorm, maar maakt deel uit van de ruimtelijke structuur. Het werk stimuleert onze geest tot pareidolie, om net als in wolken herkenbare vormen waar te nemen in een schijnbaar willekeurig geheel. Die kracht van de verbeelding heeft het werk gemeen met zijn oosterse voorbeelden, de Chinese gonshi of filosofenstenen (gong = geest, shi = steen). Deze stenen werden vooral tijdens de Song-dynastie (960-1270) door Taoïstische monniken als bezielde natuur meegenomen, ter inspiratie tijdens het schrijven en mediteren. In hun vorm herinneren ze aan mythologische en beroemde bergen. Het hier afgebeelde werk roept dus toch niet toevallig de referentie aan een robuust landschap op.

De vorm is opgebouwd uit dunne lagen porselein in een spannende combinatie van individuele kwetsbaarheid en gezamenlijke kracht. De uitgerolde platen porselein zijn virtuoos met de hand geplooid tot elegante volumes. Babs Haenen, die vaak in China werkt, beheerst die techniek op meesterlijke wijze. De fijnzinnige manipulatie geeft het werk een grafische kwaliteit, verwant aan de oosterse kalligrafie.

Babs Haenen, Farewell tot Hsung-Yang, 2002, porselein, h. 25 cm, br. 45 cm​
Babs Haenen, Farewell tot Hsung-Yang, 2002, porselein, h. 25 cm, br. 45 cm​

Babs Haenen, Farewell tot Hsung-Yang, 2002, porselein, h. 25 cm, br. 45 cm​
Klik op de afbeelding om te vergroten.


Haar expressieve en bezielde werk, ‘organische abstractie’, is in 1979 (een tijd dat in Nederland de vorm nog steeds uit de functie diende voort te komen) verwelkomd als een belangrijke vernieuwing. Het geeft op een haast oosterse wijze stemmingen aan anders onbezielde voorwerpen en creëert een sterke wisselwerking tussen binnen en buiten, zowel in de voorwerpen zelf als in de verbinding met de natuur, die als inspiratie immer aanwezig is.

Over Babs Haenen

Babs Haenen studeert van 1974 tot 1979 bij Jan van de Vaart aan de afdeling keramiek van de Gerrit Rietveld Academie. In 1991 wint ze de Inax Design Prize in Japan, in 1992 is ze gastdocent aan het Royal College of Art in London en aan de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven. Van 1994 tot 2013 werkt zij zelf als docent aan de Gerrit Rietveld Academie. Haar werk wordt nationaal en internationaal zeer gewaardeerd en is opgenomen in talloze museumcollecties. Van 1986 tot 2005 presenteert ze haar werk bij de Garth Clark Gallery in New York. Met name haar barokke tafelstukken, die in 1998 te zien zijn op de solotentoonstelling The Turbulent Vessel in het Stedelijk Museum in Amsterdam, worden in de Verenigde Staten enthousiast ontvangen. In 1991 heeft ze een solotentoonstelling in het Princessehof. Het museum heeft momenteel werken van haar in de collectie uit de periode 1984-2011.

 

Kris Callens, directeur van Keramiekmuseum Princessehof en het Fries Museum

© Keramiekmuseum Princessehof - alle rechten voorbehouden disclaimer