Tuinkruk met decor van lotus, bloemen en mandarijneenden, China, 1800-1850, porselein, h. 47,5 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.
Roze email
De kruk is hol en beschilderd in famille rose-emails, wat betekent dat de kleur van het email aan de schildering een overwegend rozerode kleur geeft. Anders dan het groen van famille verte, dat een Chinese geschiedenis kent, heeft het rood van het famille rose een Europese oorsprong. Waarschijnlijk was het de Leidse wetenschapper Cassius die in het midden van de zeventiende eeuw het roze email uitvond. Deze ontdekking bereikte China rond 1720. Vanwege de buitenlandse herkomst werd het in China daarom wel yang cai genoemd, wat 'vreemde kleuren' betekent.
Mandarijneenden
De schildering van de lotusvijver met zwemmende mandarijneenden geeft je een gevoel van koelte. De hele decoratie bestaat uit een aantal motieven die geluk en voorspoed beloven.
Zo staan de mandarijneenden symbool voor huwelijksgeluk, omdat deze dieren altijd bij elkaar blijven. De lotussen staan voor continue harmonie. Het opengewerkte motief aan de zij- en bovenkant van de kruk verwijst naar de traditionele Chinese munten, die rond zijn met een vierkant gat erin, als uiting van de wens tot rijkdom. Rondom de onder- en bovenkant loopt een decoratieve gele rand, een ‘wolkenkraag’ die zo gedetailleerd is weergegeven dat hij wel geborduurd lijkt.
Op Chinese schilderijen komen deze tuinkrukken regelmatig voor. Overigens werden ze ook wel gebruikt als voetstuk voor een bloempot, een multifunctioneel object dus. Toch heel wat origineler en eleganter dan onze plastic tuinstoelen!
Miniatuurlandschappen
De Chinese tuin representeert in feite de wereld in het klein. De rotsen staan voor berglandschappen, de gesnoeide bomen voor bossen. Kleine vijvers en stroompjes verwijzen naar meren en rivieren. Via doorkijkjes krijgt de bezoeker telkens weer een nieuw stukje van deze miniatuurwereld onthuld, waarbij symbolen en het yin-yangprincipe een belangrijke rol spelen. De inrichting van een tuin vertelde iets over de smaak en kennis van de Chinese tradities van de eigenaar. Er werd daarom grote waarde aan gehecht.
De Chinese tuin kreeg vanaf de achttiende eeuw een westerse variant. In Europa raakte men namelijk gefascineerd door deze prachtig aangelegde miniatuurlandschappen. Wie het zich kon veroorloven liet een tuin aanleggen in de ’Chinese stijl’ met paviljoens, bruggen en parasols. Dit soort tuinen hadden echter weinig te maken met de oorspronkelijke filosofie achter de Chinese tuintraditie, maar waren vooral mooie, exotisch aandoende tafereeltjes waar men van kon genieten.
Eva Ströber, oud-conservator Aziatische keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof, met dank aan Aafke Koole.