Parasoldames
Eendjes voeren. Een typisch Hollandse bezigheid, maar hier geplaatst in een Chinees decor als een bijna rituele ontmoeting van mens en dier. Deze voorstelling, naar ontwerp van de Amsterdamse kunstenaar Cornelis Pronk en in het Verre Oosten op porselein geschilderd, was bestemd voor de Nederlandse markt. In 1734 vroeg de Verenigde Oost-Indische Compagnie, die de handel tussen Nederland en het Verre Oosten beheerste, aan Pronk om ontwerpen te maken voor serviesdecoraties. Dat moesten voorstellingen zijn met een Chinees karakter, maar zodanig dat zij de westerling zouden aanspreken. Geen draken en tijgers, maar aangename huiselijke tafereeltjes in Chinese stijl. Dit soort voorstellingen noemen we chinoiserieën. Pronk, die overigens nooit in China is geweest, maakte tussen 1734 en 1737 een aantal series.
Een van die series heet De Parasoldames. Op het hier afgebeelde bordje staat een dame aan de waterkant. Zij maakt een handgebaar naar drie vreemde watervogels die voor haar in de rij staan. De voorste vogel heeft zijn snavel open. Rechts achter de dame staat een dienares die een parasol ophoudt. Die parasol moet de dame beschutten tegen de felle zon. Achter de vogels is water, omzoomd door riet en andere begroeiing. Het bordje is versierd in Imari-stijl, met als hoofdkleuren rood, zwart, goud en lila. Een binnenste rand rondom de voorstelling heeft acht rosetten met daartussen bloementakjes. De brede buitenrand heeft acht cartouches: vier met een vogel en vier met een dame.