Minai schaal
Perzische taferelen
Meestal wordt bij keramiek uit het Oosten aan China gedacht, maar ook het Midden-Oosten kent een rijke keramiektraditie. Deze twaalfde-eeuwse kom is bijvoorbeeld gemaakt in de regio die tot 1935 door het Westen werd aangeduid als Perzië, een naam die sprookjesachtige beelden oproept van Duizend-en-een-nacht, sultans, vliegende tapijten en oosterse prinsessen. De oorsprong van het Perzische rijk ligt in het Midden-Oosten, met als kern het huidige Iran. Het gebied kent een rijke cultuur, die prachtige kunst heeft voortgebracht. De collectie islamitische keramiek, aan het Princessehof geschonken door mevrouw Hillegonda-Janssen, is hier een goed voorbeeld van. Deze verzameling omvat kommen, kruiken en kannen uit de regio’s Iran en Irak. Sommige objecten zijn prachtig geglazuurd met een turquoise of goudkleurig decor. Er zitten zelfs een paar stukken bij uit de pre-islamitische periode, dus van voor 600.
De kom die hier is afgebeeld komt uit de bloeiperiode van de Iraanse keramiek, van 1100 tot 1400. Het stuk is gedecoreerd in een techniek die men minaï noemt: het is voorzien van een witte kleilaag en gedecoreerd in de kleuren rood, lavendelblauw, goud en turquoise. De productie van minaïkeramiek vond plaats in Kashan, gelegen in wat nu Iran is. Het was een kostbaar proces, omdat het object tweemaal gebakken moest worden. Daarnaast werden de glazuren op verschillende manieren aangebracht, wat het proces nog bewerkelijker maakte. Dit verklaart wellicht waarom de productie van minaï-keramiek maar kort heeft geduurd. De eerste minaï-stukken dateren uit het eind van de twaalfde eeuw, maar vanaf het midden van de dertiende eeuw werden ze al niet meer gemaakt.