Bord met het wapen van Friesland, China, 1710 - 1725, porselein, Ø 46,8 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.
Rond 1700 ontstond het gebruik om vanuit Europa gedrukte of getekende voorbeelden naar China te sturen, die dan door de Chinese pottenbakkers werden gekopieerd. Dit wordt Chine de commande genoemd. In de achttiende eeuw werd dit heel populair. Chinees porselein werd gedecoreerd naar de wensen van de buitenlandse klanten, zolang ervoor betaald werd.
Het centrale wapenontwerp in deze groep van eenentwintig moet een speciale opdracht zijn geweest. In deze tijd was de Verenigde Oost-Indische Compagnie de grootste officiële opdrachtgever, maar er zijn geen VOC-opdrachten bekend voor deze wapenschotels, dus waarschijnlijk betreft het een privé-opdracht. Maar werden ze gebruikt in Nederland of door het Nederlandse VOC-personeel in Batavia? Wie maakte de keuze van de wapenschilden in deze serie? En wat doen Engeland en Frankrijk tussen de Nederlandse en Vlaamse schotels? Kortom: er zijn nog veel onbeantwoorde vragen.
Wat we wel weten, is dat deze schotels duidelijk niet bedoeld waren voor gebruik aan tafel, maar om in rijke interieurs als blikvanger te fungeren. De grote Frieslandschotel is geschilderd in onderglazuur-kobaltblauw en emailkleuren in de famille verte-stijl. Famille verte is een specifiek soort Chinees exportporselein uit het eind van de zeventiende en begin van de achttiende eeuw, waarin de groene grondkleur overheerst. Het wapenschild staat in het midden, en de rand heeft een diamantpatroon in onderglazuur-blauw, met zes uitsparingen waarop bloemstelen te zien zijn.
Familiewapens
Het Princessehof bezit ook veel met wapens gedecoreerd porselein dat wél gebruikt werd: scheerkommen, drinkbekers, potpourrivaten, borden, kopjes, theebussen, melkkannen et cetera. Hele serviezen werden door een familie besteld, waarbij het familiewapen meestal het centrale decor vormde. In China zelf kwam het gebruik van wapenserviezen niet voor, maar in Europa bestond hierin een lange traditie. Familiewapens ontstonden in de Middeleeuwen. Ridders en heren gebruikten ze om te kunnen onderscheiden wie vriend en vijand was in een oorlog. Mettertijd werd het gebruikelijk om deze wapens aan de volgende generatie door te geven, en zo ontstond de traditie van het voeren van een familiewapen. Er zijn in de achttiende eeuw zo’n 600 tot 700 wapenserviezen voor de Nederlandse markt in China gemaakt. Het bekendste daarvan is het wapen van Adriaan Valckenier (1695 - 1751), gouverneur-generaal van Oost Indië. Hij bestelde maar liefst vijftien verschillende serviezen. Ook andere Europese landen die actief waren in de handel in Azië bestelden grote hoeveelheden, zoals de Portugezen, Britten, Spanjaarden, Fransen en Zweden.
Eva Ströber, oud-conservator Aziatische keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof, met dank aan Aafke Koole