Fopkan

Fopkan

Fopkan

Proost!

Stel, je geeft een feestje. De gasten zijn uitgenodigd, de slingers hangen, drank en hapjes staan verleidelijk op tafel uitgestald. Er is goede muziek, kortom, niets lijkt een gezellige avond in de weg te staan. Maar ook al is aan alle voorwaarden voldaan, dan nog kan het zomaar gebeuren dat er een moment van verveling ontstaat. Wat doe je als je merkt dat je feestje dreigt in te zakken? Tijd voor een drinkspelletje! Van oudsher is dit een beproefde methode om de feestvreugde te verhogen.

In de zeventiende en achttiende eeuw bestond voor dit soort gelegenheden speciaal drinkgerei van glas, zilver of keramiek, vaak aangeduid als ‘snakerijen’. Een alom bekend voorbeeld is het laarsglas dat ook vandaag nog op menig feest voor hilariteit zorgt. Dit glas heeft de  vorm van een hoge laars. De bedoeling is het glas met de punt van de laars naar boven gericht zo snel mogelijk leeg te drinken en wel zonder te knoeien. Dat gaat goed totdat de onvermijdelijke luchtbel in de hak van de laars ontstaat en het bier over het gezicht van de drinker stroomt.

Een ander voorbeeld is de molenbeker, meestal helemaal van zilver. Deze beker bestaat uit een kelk aan de ene kant en een molen met wieken aan de andere kant. Zodra de bokaal is volgeschonken, blaas je de molenwieken in beweging. Voordat deze stil staan, moet het glas leeg zijn. Lukt dat niet, dan volgt een nieuwe ronde.

Fopkan
Fopkan

Fopkan, circa 1760, De Grieksche A, Delft, Aardewerk, h. 20,4 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.

Bekende snakerijen van keramiek zijn de fopkannen, waarvan er zich een paar exemplaren in het Princessehof bevinden. Ze hebben het model van een gewone schenkkan, met een bolle buik, een kloeke hals en een oorvormig handvat. Maar wie beter kijkt, ziet dat uit deze kannen onmogelijk geschonken kan worden. De hals is geheel opengewerkt waardoor de inhoud bij het schenken niet in het glas terechtkomt maar over de kleren heen gutst. Dolle pret bij de omstanders!

In het Engels heet een fopkan een ‘puzzle jug’. Het gaat er namelijk ook om, te ontdekken hoe je de drank zonder morsen uit de kan krijgt. De oplossing van het raadsel is dat het oor en de bovenrand van de fopkan hol zijn en met elkaar in verbinding staan. Die holte vormt als het ware een rietje. Als je aan een van de tuitjes aan de rand zuigt en de andere tuitjes met je vingers dichthoudt, dan slurp je de drank zo naar binnen. Vroeger stonden deze kannen daarom ook wel bekend als ‘suijgkannen’, een dubbelzinnige term met een zekere erotische lading. De fopkannen werden daarom bij uitstek gebruikt bij trouwpartijen. Het is goed mogelijk dat onze Delftse kan ooit ook een huwelijkscadeau is geweest.

De meeste fopkannen zijn van aardewerk, maar we kennen ze ook van porselein. Ze werden op bestelling in China gemaakt tijdens de Kangxi-periode (1662 - 1722). De Chinese pottenbakkers kopieerden de westerse voorbeelden tot in detail, maar of ze het precieze gebruik en de betekenis van de fopkannen kenden, is maar de vraag. Wat overigens niet wil zeggen dat Chinezen geen drinkspelletjes kenden!

Fopkan

Deze fopkan is gemaakt bij De Grieksche A, een van de belangrijkste plateelbakkerijen in Delft. Het bedrijf heeft meer dan 150 jaar bestaan. In de periode onder leiding van Adriaan Kocx (1686 - 1701) leverde de fabriek spectaculaire bloemhouders en andere pronkvazen aan koning-stadhouder Willem III en koningin Mary II. De fopkan, aan de onderkant gemerkt met D 12, dateert van een kleine eeuw later, uit de periode dat Jan Teunis Dextra aan het roer stond (1757 - 1765). De chinoiserievoorstelling is geschilderd naar een prent van de Duits-Nederlandse graveur Pieter Schenk de Jongere (1693 - 1775).

Karin Gaillard, conservator Europese keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof.

Klik op de afbeelding om te vergroten
Klik op de afbeelding om te vergroten
© Keramiekmuseum Princessehof - alle rechten voorbehouden disclaimer