Theepot in de vorm van een feniks met zilveren montuur, Yixing, China, 1675-1725, steengoed, h. 11,3 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.
Speciale pot
Ondertussen ontstond in China een nieuwe manier van theezetten. Tijdens de Mingdynastie (1368-1644) werden de theebladeren in het hete water getrokken. Hiervoor was een speciale pot nodig: de theepot.
De populairste theepotten in China werden – en worden nog steeds – gemaakt in het Zuid-Chinese Yixing. Voor deze theepotjes wordt een kleisoort gebruikt die ‘paarse aarde’ genoemd wordt. Vanwege het hoge ijzergehalte krijgt de gebakken klei een kleur die varieert van oker tot paarsbruin. De klei wordt gewonnen in de omgeving van Yixing. Het is de enige plek waar deze klei te vinden is en dat maakt de roodbruine potten erg karakteristiek.
Een van de redenen voor de populariteit van Yixing-theepotten is de grote variatie in modellen. Zo werden tijdens de Mingdynastie theepotjes gemaakt naar de smaak van de ontwikkelde Chinese elite. Deze potten waren in het algemeen klein en niet gedecoreerd.
In het Westen werden deze eenvoudige theepotten maar saai gevonden. Hier was juist vraag naar grotere exemplaren en fantasierijke vormen. Dus toen aan het eind van de zeventiende eeuw het drinken van thee in zwang raakte in het Westen – vooral in Nederland en Engeland, kwamen de Yixing-pottenbakkers tegemoet aan de smaak van hun nieuwe, westerse clientèle. De theepot die je hier ziet is zo’n pot die werd gemaakt voor de nieuwe Europese markt.
Mythische vogel
De theepot heeft de vorm van een traditionele Chinese mythische vogel: de feniks. De vogel draait zijn hoofd en de volle staart vormt het handvat. Vreemd genoeg wordt de thee niet geschonken uit de bek van de vogel, zoals je zou verwachten, maar uit een klein tuitje in de borst.
Het deksel heeft de vorm van wolken. Het zilveren montuur waarmee het is vastgemaakt, is later in Nederland aangebracht. Voor ons is het een vreemd object. Maar voor een Nederlandse familie van goede stand in de zeventiende en achttiende eeuw moet zo’n fantasietheepot een bijzonder exotisch en begeerlijk pronkstuk zijn geweest.
Imitatie
Veel mensen weten dat de Delftse pottenbakkers in de zeventiende eeuw het Chinese blauw-witte porselein goed konden imiteren, maar niet dat zij ook succes hadden met de imitatie van de Yixing-theepotjes. Door de populariteit van thee werd de vraag naar deze theepotten steeds groter. Een aantal Delftse pottenbakkers zag dat hieraan geld te verdienen was; zij maakten met rood aardewerk de Chinese steengoed theepotjes na.
Bekend was de plateelbakkerij van Ary de Milde, die de toepasselijk naam De Gecroonde Theepot had. Er moesten wel wat moeilijkheden overwonnen worden. De klei moest namelijk een uiteerst fijne structuur hebben zodat de theepot, nadat deze was gebakken, geen water meer doorliet. Bovendien moest de klei op een hogere temperatuur worden gebakken dan het Delfts blauw.
Een ander probleem was de vorm van de theepot. In China maakten ze de Yixing-theepotten door verschillende plakken klei met de hand aan elkaar te zetten. In Delft werd het pottenbakkerswiel ingezet om de theepotjes te maken en hiermee was het niet mogelijk om de ingewikkelde Chinese vormen te maken. De Delftse versies zijn dan ook vaak simpeler van vorm.
Eva Ströber, oud-conservator Aziatische keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof, met dank aan Aafke Koole.